We zijn op wandelsafari in Botswana. Vanmorgen vertrokken
mijn man John, onze dochter Kathy en haar vriend Stephan, ik en twee geheel
onbewapende ranchers in een aluminium bootje met daarop vastgeschroefde rode
kunststof stoeltjes. We varen met zonsopgang weg van onze lodge. De rancher
vertelt dat onder ons bootje nijlpaarden lopen en krokodillen zwemmen. Na 45
minuten komen we bij het schiereiland aan.
We gaan van boord en volgen het spoor gemaakt door dieren
zoals buffels, olifanten, waterbokken, giraffen, zebra’s, leeuwen, cheeta’s en jaguars.
We lopen tussen manshoog gras. De ranchers benadrukken stil te zijn en in één
lijn achter elkaar te lopen. Zo lijken we een rechtop lopend dier in agressieve
staat. Ik denk: hoe weten jullie nu wat een hongerige leeuw denkt?
We horen en zien een olifant, bavianen, impala’s, koedoes en
antilopen. We zien ook veel vogels zoals
de hamerkop, bijeneter, gieren, de zuidelijke hoornraaf en de zwartbuik glansspreeuw.
De voorste rancher ontdekt een vers buffelspoor.
Dat betekent ellende, zegt hij. Een solitaire buffel is vele malen gevaarlijker
dan een hele kudde buffels. Deze is vaak verstoten door de groep omdat hij een boventallig
mannetje is of te oud. En dat maakt hem bloedchagrijnig.
Na drie uur voortdurende dreiging ben ik vreselijk opgelucht
het oranje vlaggetje van de boot weer te zien wapperen. Tegelijkertijd zien we
op links een grote olifant. Een olifant ziet slecht, maar ruikt zeer goed, zegt
de rancher. We lopen gelukkig tegen de wind in. We zijn super gefocust. Stel
dat hij ons angstzweet ruikt. Hoe dichter we bij de boot komen, hoe dichter in
de buurt van de olifant. Bijna bij de boot. Dan staat de rancher ineens
stokstijf stil. Wij knallen tegen elkaar op. We krijgen het teken van
“achteruit en STIL!” . Langzaam bewegen we ons achteruit en als we op veilige
afstand zijn vertelt de rancher dat een zwarte Mamba ons pad kruiste. De zwarte
Mamba is de giftigste slang van Afrika en in staat om in een beet zes mensen te
vergiftigen. Nu moeten we een enorme boog naar links, precies waar de olifant
staat, richting de boot.
Toen we eenmaal veilig maar met het zweet op het hoofd in de
boot zitten, dringt het tot me door:
terwijl we proberen het letterlijk grote gevaar te ontwijken, worden we verrast
door een klein, onverwacht en nog veel groter gevaar. Je moet dus je blik heel
breed houden.