zaterdag 21 december 2019

Zomaar een zaterdagmiddag



Zomaar een gewone zaterdagmiddag in september

Het is zaterdagmiddag, niet zonnig, grijs, maar wel droog en een aangename temperatuur. Vandaag rijd ik mijn jongste kleinzoon Joep (12) naar zijn uit-wedstrijd. Bij aankomst maken Joep en zijn teamleden kennis met de tegenpartij. Na het omkleden gaan ze het veld op, er wordt ingelopen, de keepers worden in hun beschermende kledij gehesen en er wordt ingeslagen. De coaches geven nog snel de laatste instructies, waarna de wedstrijd keurig op tijd begint. Twee keepers nemen stelling in twee doelen, twee scheidsrechters in onderscheidende kleding geven het startsignaal en 20 jongetjes verdelen zich over het veld.

Zo’n 15 jaar geleden liep ook ik in de kleuren van onze club op het hockeyveld met mijn stick te zwaaien. Ik was al achter in de 40 toen ik er aan begon en heb het spel zo’n 10 jaar met veel plezier gespeeld, alhoewel ik technisch gezien het spel nooit echt beheerste. Altijd had ik diep respect (of was het angst?) voor een scherp gespeelde bal of een ferme achterzwaai van de tegenstander. Ik ging graag een stapje opzij voor zowel de keiharde stick als voor de nog hardere bal.

Het is een beetje zoeken naar wie van je teamleden je het beste de bal kunt spelen, tenslotte is de competitie nog maar net begonnen. Joep probeert zich steeds weer vrij te spelen en wanneer de bal richting het doel wordt gespeeld neemt hij direct stelling naast de linkerpaal van het doel. Hij is er klaar voor: hij wil scoren. Leuk te constateren is dat hij dezelfde plaats in het spel heeft als zijn opa en oma: linksvoor.

De spelers worden door hun ouders aangemoedigd toch vooral tijdig de bal af te spelen, naar voren te gaan, de bal strak te spelen, de tegenstander te verdedigen en de bal weer af te nemen. “Ga door”, “Naar voren”, “Shoot”, “Speel af”, “Kijk uit”, “Op links”, “Achter je!”

Halverwege de tweede helft, de stand is ondertussen 2-1, wordt de bal op Wouter (11), de spits van ons team gespeeld, hij buigt met zijn stick aan de grond naar voren om de bal aan te nemen en een mooie voorzet te geven. Echter heeft zijn verdediger een eigen plan: hij haalt ruim uit om de bal met een ferme tik terug richting middenveld te slaan. Helaas wordt de bal gemist, maar krijgt Wouter de stick vol in zijn gezicht.

Paniek, bloed, vallende sticks en ook vallende en schreeuwende spelers. Er wordt om ijs geroepen, gevolgd door “een arts!”, “bel 112!” Langs de lijn worden ouders ongerust, een enkeling wacht niet af maar springt over het hek en rent naar de plaats waar Wouter met zijn handen voor zijn gezicht voorovergebogen op het veld zit. Bloed druppelt tussen zijn vingers door.

De wedstrijd wordt op aandringen van Wouter en zijn vader uitgespeeld, Wouter wordt per ambulance en met gillende sirene naar het ziekenhuis vervoerd. Ons team keert met dubbel verlies huiswaarts.

Uren later wordt aan de ouders van ons team bekend gemaakt dat Wouter zijn neus gebroken is, zijn oogkas verbrijzeld en zijn oog ondanks alle pogingen niet gered kan worden.

Daags na de wedstrijd wordt door de club een informatie bijeenkomst voor spelers en ouders gegeven. Wouters vader doet zijn verhaal en iedereen krijgt de kans te vertellen en te vragen. Net voor de afsluiting van de bijeenkomst steekt Joep zijn hand op en vraagt in alle ernst: “Kan Wouter als hij nog maar één oog heeft, nu beter horen?”



ARK, 3 oktober 2019

Landgoed Oldruitenborgh

Geen opmerkingen:

Een reactie posten